In Nederlands-Indië bestond naast het koloniale leger beroepsleger KNIL korte tijd een ‘Landstorm’. Die was verplicht voor alle mannen met een Nederlands paspoort. Maar hoe het precies werkte en wie er nu precies voor in aanmerking kwam is me na jaren onderzoek nog steeds niet helemaal duidelijk. Een poging naar aanleiding van een bericht van René Ros.

Het valt nog niet mee om een weblog te starten en te onderhouden. Interesses genoeg, maar de kop wilde er maar niet af. René Ros helpt mij gelukkig op weg met een interessant item over Jan Kolling die op 9 december 1945 als Japanse krijgsgevangene getuige was van de Amerikaanse atoombom op Nagasaki – op veilige afstand door een bergrug beschermd tegen de directe gevolgen. Of hij negatieve gevolgen heeft gehad van de radioactieve straling en deeltjes waaraan hij zeker blootgesteld is geweest, maakt het verhaal niet duidelijk. In ieder geval overleefde hij zijn krijgsgevangenschap ruimschoots, want hij overleed op hoge leeftijd in 1992. Lees het Facebookbericht van René Ros.
Wat mij in het verhaal triggert, is de opmerking dat hij krijgsgevangen werd nadat hij ‘(…) in maart 1942 als vrijwilliger weer in dienst bij de Koninklijke Marine als Landstorm Olieman (…)’. Ik doe al jarenlang onderzoek naar de onderwerpen die met Landstorm en alles wat daaromheen cirkelt te maken hebben en wat opvalt is hoe terloops en summier er naar de term ‘landstorm’ wordt verwezen. No offence René. Er is gewoonweg te weinig informatie over te vinden. En erger nog, de informatie die er wel is, is meestal onvolledig of onsamenhangend en om het makkelijk te maken vaak incorrect. Ik neem aan dat ‘Olieman’ zijn functie was; hij trad vrijwillig in dienst bij de Koninklijke Marine en raakte in maart 1942 door de capitulatie in Soerabaja in krijgsgevangenschap (en niet in dienst (informatie René Ros) WdN). Waarschijnlijk gebeurde dat aan wal, want Nederlandse schepen weken uit of gingen onder.

Ik waag hier een eerste poging om de term ‘Landstorm’ uit te leggen; ik zie het maar als een oefening voor een betere versie in de toekomst. Een waarschuwing vooraf is om de term niet te verwarren met de Nederlandse SS-eenheid die die naam gebruikte. Die was wel opgezet volgens het principe dat ik hierna beschrijf, maar maakte de term die sinds 1813 in gebruik was zo besmet dat het onmogelijk werd om hem nog ooit te gebruiken.

In de regel gaat het bij Landstorm om militair-dienstplichtigen (landstormplichtigen) die dienst doen als extra reserve voor het leger, al dan niet vrijwillig, en eventueel met elkaar in territoriale eenheden. Landstormplicht was de ruimste vorm van dienstplicht, bedoeld voor alle weerbare mannen tussen 16 en 56, even uit het hoofd voor de periode waarin Jan Kolling dienst deed. Militieplicht, landweerplicht en later gewone dienstplicht begonnen op latere leeftijd en eindigden eerder, terwijl niet iedereen ertoe werd verplicht; je werd in- of uitgeloot. Uitgelotenen waren al landstormplichtig en bleven dat, terwijl de ingelotenen na afloop van hun diensttijd het opnieuw weer werden. In taal voor bèta’s was landstormplicht zeg maar de grootste deelverzameling. De militaire landstormeenheden waren vergelijkbaar met de huidige Nationale Reserve, die niet voor niets de traditie ervan handhaaft. Om het ingewikkeld te maken, hadden die eenheden taken op het gebied van lokale militaire verdediging of lokale handhaving van de openbare orde – of beide. Ben je er nog? Dan laat ik het er voorlopig bij.

Van Nederlands-Indië weet ik dat na de capitulatie in Nederland in mei 1940 daar een groot aantal Nederlandse mannen werd opgeroepen in het kader van de individuele landstormplicht. Vrijwillig dienst doen, kon ook. Ik ben in Indië nog geen eenheden met alleen maar landstormers tegengekomen. Een bekend voorbeeld wordt beschreven door Geert Mak in zijn boek De eeuw van mijn vader als hij zijn vader opvoert, ik geloof als protestants legerpredikant. In tegenstelling tot Jan Kolling komt vader Mak als dwangarbeider terecht bij de Birma-spoorlijn. In Indië werd de koloniale krijgsmacht alleen gevuld met vrijwillige beroepsmilitairen, voor een deel zonder Nederlands paspoort, de zogenaamde ‘inlanders’. De details zijn me nog niet helemaal duidelijk, maar de Landstorm in Indië was bedoeld om het koloniale beroepsleger KNIL, via een dienstplichtmaatregel aan te vullen met in pincipe alle weerbare mannen met een Nederlands paspoort. Daardoor werden in Indië ook gewoon dienstplichtigen die in Nederland al dan niet een mobilisatiebestemming hadden, opgeroepen.

In West-Indië (Suriname en Antillen) bestond overigens ook een Landstorm, maar daar weet ik nog te weinig van om hier al iets over de verschillen te kunnen zeggen. Wie mijn blog volgt, zal regelmatig iets over deze onderwerpen lezen.

Wim de Natris
15 augustus 2015