Elke twee jaar reikt de Carnegie Stichting in het Vredespaleis de Carnegie Wateler Vredesprijs uit aan een persoon of instelling die een bijzondere prestatie heeft geleverd voor de bevordering van vrede door middel van woord, daad of geschrift. De prijs werd in 1916 bij testamentaire beschikking ingesteld door een Nederlandse bankier. Een boek van partner Marten van Harten ontrukt deze Johan Wateler aan de vergetelheid.

Vredespaleis in Den Haag
Op 16 november 1916 bestemde de Haagse bankier Johan Gerard Daniël Wateler (1857-1927) in een geheim testament het grootste deel van zijn fortuin in dienst van de vrede. Naar het voorbeeld van Alfred Nobel stelde hij een jaarlijkse vredesprijs in. Tot zijn dood in 1927 beheerde Wateler zijn prijs zelf. Na zijn dood kreeg de Carnegie-Stichting, beheerder van het Vredespaleis in Den Haag, de opdracht om de vredesprijs uit te reiken in de geest van het testament, zijnde ‘de bevordering van het vredesidee en het vinden van middelen om meer en meer den afschuwelijken oorlog op den duur onmogelijk te maken’. Vanaf 1931 wordt de prijs uitgereikt in de Grote Rechtszaal van het Vredespaleis. Aanvankelijk gebeurde dat in principe jaarlijks, met een onderbreking tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog. Sinds 2004 wordt de prijs om de twee jaar uitgereikt onder de huidige naam Carnegie Wateler Vredesprijs. In 2012 bedroeg het prijzengeld 35.000 euro. De lijst met prijswinnaars bevat bekende namen zoals Coretta Scott King, de weduwe van Martin Luther King, en War Child. Een overzicht van prijswinnaars is te vinden op Wikipedia.

Prijsuitreiking 2016 aan Sigrid Kaag (midden-rechts) met Marten van Harten (uiterst links)
De Carnegie Wateler Vredesprijs is de oudste permanente vredesprijs na die van Alfred Nobel. Een ander opmerkelijk punt: het is een Nederlandse prijs. Anders dan de Nobelprijs voor de Vrede was de Nederlandse prijs tot voor kort echter een prijs zonder gezicht en zonder verhaal. Een honderdjarig jubileum is een geschikt moment om daar verandering in te brengen, vonden het Vredespaleis en de Carnegie-Stichting. Onze partner Marten van Harten mocht vervolgens het boek schrijven dat hij eerder zelf aan ze had voorgesteld: De Carnegie Wateler Vredesprijs: Het testament van de Haagse bankier en vredesfilantroop Johan Wateler, 16 november 1916. Eind 2016 presenteerde hij zijn boek tijdens de uitreiking van de prijs aan Sigrid Kaag, de Nederlandse topdiplomate bij de Verenigde Naties. Van oktober 2013 tot september 2014 leidde zij met succes de missie voor de ontmanteling van Syrische chemische wapens.

Johan Wateler
In zijn boek beschrijft Marten het ontstaan van de prijs en de gedachte erachter. Allereerst de wie-vraag. Wie was de stichter? Johan Wateler was een man van eenvoudige komaf die opklom van boekhouder tot succesvol belegger en bankdirecteur. Sinds de jaren negentig van de negentiende eeuw gaf hij leiding aan twee Haagse kredietbanken, het Zuid-Hollandsch Landbouwcrediet en de Oranje-Nassau Hypotheekbank. Zij waren gevestigd in het voor alle huidige Hagenaars en Hagenezen nog steeds herkenbare pand Kettingstraat 16, hoek Gravenstraat.
Vervolgens zijn er de overige vragen. Wat waren Watelers motieven? Wat bewoog deze Haagse bankier om midden in de Eerste Wereldoorlog zijn vermogen te steken in een vredesideaal en in het spoor te treden van eerdere grote vredesfilantropen? Wat wilde hij met zijn prijs? Die vragen konden tot op de dag van vandaag niet worden beantwoord. En helaas, ook na het diepgravende onderzoek dat voor het gepresenteerde boek is uitgevoerd, is dat niet mogelijk. Wateler heeft weinig tot niets van of over zichzelf nagelaten en via anderen is ook weinig over hem bekend. Als er niet bij toeval alsnog een fotoportret in zijn notarieel archief was gevonden zou er zelfs geen afbeelding van hem bekend zijn geweest. ‘Ik heb alle mogelijke archieven uitgekamd, veel hooibergen maar weinig spelden’, zegt Marten over zijn onderzoek.
Maar hoe beschrijf je de motieven van iemand die niets persoonlijks heeft nagelaten? Dat is mogelijk door de man te plaatsen in zijn tijd en context. Marten beschrijft Wateler aan de hand van de locaties waaraan hij kan worden verbonden en plaatst hem in een lijn van vredesfilantropen. Het hoofdstuk In het spoor van de vredesfilantropen is een reis langs vermoedelijke inspiratiebronnen. De sociale doelstellingen van de twee hierboven genoemde kredietverleners waren geïnspireerd door zijn eerste bankvennoot, prinses Sophie van Oranje, de filantropische groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach. Zij moet welhaast zijn eerste inspiratiebron zijn geweest. De reis gaat verder langs Alfred Nobel en de andere grote vooroorlogse filantroop, staalmagnaat Andrew Carnegie, die het Vredespaleis financierde als zetel voor het Permanente Hof van Arbitrage. Een andere inspiratiebron was mogelijk de Poolse bankier Jan Bloch. Hij overtuigde de Russische tsaar Nicolaas II om het initiatief te nemen voor de Eerste Haagse Vredesconferentie in 1898, dat de grondslag vormde voor het latere hof. Het is duidelijk dat Den Haag – stad van vrede en recht – op Watelers steun kon rekenen. Ook heeft Wateler gedichten geschreven die zijn herondekt. Hieruit spreekt een grote aanhankelijkheid aan Nederland en het Huis van Oranje. Zo ziet hij Koningin Wilhelmina als een koningin van vrede. En ook Nederland als natie draagt hij een warm hart toe. Zijn Vredesprijs is dan ook met recht een Nederlandse prijs.
Een punt van kritiek is dan ook dat het boek wel Johan Wateler als onderwerp heeft maar noodgedwongen over zijn omgeving gaat en dus ook over vredesfilantropie en -initiatieven in het algemeen. Die aanpak had naar mijn mening net iets beter ingeleid en verantwoord kunnen worden dan nu is gebeurd. Een alineaatje extra in de inleiding en enkele bruggetjes hier en daar waren voldoende geweest. Nu zijn de sprongen hier en daar enigszins abrupt en is het niet altijd duidelijk wat het verband is van de tekst met het eigenlijke onderwerp van het boek.
Bij het lezen bekroop mij ook het gevoel dat de vredesfilantropie iets te veel vanuit de eigen bubbel wordt beschreven. Inderdaad loopt er naast alle oorlogen en conflicten vanaf eind negentiende eeuw tot onze tijd een continue lijn naar meer vrede door het vormen van internationale instituties, mede gefinancierd door vredesfilantropen. Parallel daaraan loopt het streven naar collectieve veiligheid dat na de Eerste Wereldoorlog vorm heeft gekregen in instituties zoals de Volkenbond en de huidige Verenigde Naties. Maar er spelen ook andere dingen. De revolutionaire politieke ontwikkelingen in binnen en buitenland voor en na de Grote Oorlog hadden als context meer aandacht verdiend. Vredesfilantropie is een bewuste keuze tegen geweld en voor een vreedzame route naar vrede. Maar er leiden meer wegen naar Rome. Vrede én welvaart zijn bijvoorbeeld ook de doelen die het ‘reëel bestaande socialisme’ in de Sovjet-Unie en elders vanaf 1917 ooit nastreefden, maar dan mét een revolutionaire strijd en geweld om de macht. Revolutionair-links streeft naar omverwerping van het kapitalistische systeem. Filantropie doet dat nadrukkelijk niet. Zij daagt de macht niet uit – althans niet openlijk – maar opereert binnen het systeem, om het systeem te verzachten en liefst geleidelijk te transformeren.
De verantwoording achterin het boek zegt: ‘deze levensschets is de eerste weerslag van onderzoek naar Wateler en zijn filantropische nalatenschap’. Ik vind dat een kritische studie van de vreedzame vredesbeweging en de vredesfilantropen die dit streven steunden en steunen een zelfstandig en groter werk verdient. En als dat de bedoeling was van de auteur en zijn co-auteur, hoogleraar Lucas Meijs, dan is hun opzet geslaagd. De plannen voor zo’n studie liggen klaar, begrijp ik. Waar Marten persoonlijk staat wordt duidelijk als hij in een bijlage alle Nederlandse banken en fondsen oproept om zich rekenschap te geven van hun rijke historie op het gebied van filantropie. Hij stelt voor dat banken voortaan afzien van hun op wantrouwen gebaseerde nadruk op ‘kredietwaardigheid’ en kiezen voor ‘vertrouwenswaardigheid’ – een geluid dat beter past bij het streven naar een duurzame wereld.
Wim de Natris
16 februari 2017
_____
Links:
- Lemma over de Carnegie Wateler Vredesprijs op Wikipedia met alle prijswinnaars vanaf 1931.
- Het boek van Marten van Harten op de website van het Vredespaleis.
- Informatie over de Carnegie-Stichting op de website van het Vredespaleis.
- Informatie over de Carnegie Wateler Vredesprijs op de website van het Vredespaleis.
- Pagina van het symposium over vredesfilantropie van de Carnegie-Stichting en het International Network of Museums for Peace (INMP) in 2013.
- Video van de prijsuitreiking 2016 aan Sigrid Kaag (vanaf 1’05” toont Marten van Harten zijn ongepolijste charme).
- Website van de Stichting Carnegie Heldenfonds. Inmiddels is de Carnegie Wateler Vredesprijs een onderscheiding van de Carnegie-instellingen, naast de Carnegie Medals van het Carnegie Hero Fund (sinds 1904; in Nederland de medaille van de Stichting Carnegie Heldenfonds sinds 1911) en de Carnegie Medal of Philanthropy.